Begin 2015 kreeg ik een slag van de hamer. Het ging niet meer. Zo ineens. Of nee, toch niet zo ineens. Als ik er op terugkijk, heeft het zich jaren opgebouwd. Jaren negeerde ik signalen en knipperlichten. Toch maar door doen, hop hop, vooruit, niet flauw doen, blijven gaan. Noem je het burn-out of niet, het maakt niet uit. Wat telt is hoe ik me voelde en in welke gedachten ik gevangen zit. Het kwam er op neer dat ik het niet meer zag zitten, dat ik serieus aan mezelf twijfelde (wat anderen ook zeiden), mijn zelfvertrouwen gekelderd was, ik had het gevoel niks waard te zijn, ik zag geen uitweg meer, ik zag totaal niet meer hoe dat terug in orde ging komen, op mijn werk werd ik overspoeld en voelde ik me continu in strijd, ik had het daar helemaal gehad...
Toen ik net thuis zat, schreef ik "Verhaal van een BBO". BBO: een Bijna Burn Out. Bijna, ah ja, want falen is toch geen optie zeker...
Hier zit ik dan... thuis. Ik of all people, de sterke, de immer vrolijke, de enthousiaste, wie had dat gedacht. Mijn man bijvoorbeeld wel. Thuis ben ik namelijk niet zo happy, aangenaam en begripvol. Dat moet ik er wel eerlijk bij zeggen. Ik wil dat wel zijn hoor, daar niet van. Maar dat is er dan te veel aan; thuis zak ik in mekaar als een zak patatten. En nu zit ik toch daar dus, thuis.
Mijn huisarts geeft me 3 maanden. Ja watte. En wat moet ik nu doen in die 3 maanden, ik moet er wel uit geraken, ik moet wel oplossingen vinden. En hellep, want na die 3 maanden moet ik weer terug naar datzelfde werk. En wat dan. Want daar verandert uiteindelijk fundamenteel niks, toch? Dus ik ga ook beslissingen moeten nemen. Want volgend jaar word ik 40, dus als ik iets wil veranderen, zal ik het nu moeten doen. Ah ja, en ik moet hulp zoeken bij dat proces. Valt het je op hoe vaak het woord ‘moeten’ terugkomt.
Een bijna burnout. Want zó erg is het mij nog niet. Ik kan nog ademen, functioneren en voortdoen. En toch. Achteraf bekeken, denk ik dat er net op tijd aan de noodrem is getrokken. Dit proces heeft zich jaren verder opgebouwd en ik denk dat ik niet ver van de nefaste uitbarsting stond...
Doorheen de jaren zijn er heel wat tekenen aan de wand geweest. Dat het me te veel werd om alle ballen in de lucht te houden. Maar dat is normaal, toch. En het stabiliseerde ook steeds weer. Telkens vond ik toch terug de energie en de motivatie om weer naar boven te kijken en door te gaan. Maar telkens gleed ik toch ook weer terug naar beneden .
Ik kreeg best veel fijne en begripvolle reacties van het werkfront. Nu was het Sofie-tijd, tijd om aan mezelf te denken en tijd te maken voor mijn gezin. Maar ik weet niet meer wat dat betekent, hoe ik daar écht van kan genieten, zonder al met iets anders bezig te zijn. Mijn huisarts stelde me best een confronterende vraag die bleef hangen: wie is Sofie zonder haar werk? Awel, ik weet het niet goed...
En ik kan mijn werk of de ‘wat nu’ vraag ook niet loslaten. Nu ik thuis ben, geraak ik niet uit dat ‘denken’ gestapt. Ik blijf trappen, maar ik trap door in plaats van vooruit te geraken.
Het straffe is dat ik het allemaal zo goed weet. Al jaren doe ik aan zelfontwikkeling, volg ik cursussen, heb ik coaching gekregen en opleiding gevolgd om zelf te coachen, geleerd over stress en timemanagement, over burnout. Duurzaam werken, mensen centraal zetten, passies, dienend leiderschap, het zijn nota bene mijn stokpaardjes! In functie van mijn werk en van medewerkers blijkbaar, niet in functie van mezelf.
Ja, ik kan het goed uitleggen en mensen (bege)leiden, maar het zelf toepassen is andere koek. Al die geweldige wijsheden en adviezen die ik geef, krijg ik zelf niet in praktijk gebracht. En daar wringt het schoentje natuurlijk...
Pas op, van op een afstand bekeken doe ik wel heel wat dingen volgens het boekje: ik maak tijd voor mijn partner, ik doe plezante dingen, ik besteed de poets en de strijk uit, ik ken mijn energiegevers en ga zo maar door. En toch werkt het niet. Ik weet het wel en doe een aantal dingen ook wel, maar toch onvoldoende of misschien juist te veel, maar net de essentie niet. Bovendien belééf ik het niet.
Altijd al bezig met het volgende, aan iets denken en tegelijk aan 5 andere dingen en actie, hop hop hop. Ja, dat doe ik wel snel, dat pak ik er nog wel rap bij. Want ja, ik werk snel en kan veel verzetten. Amaai Sofie wat jij allemaal doet, dat zou ik niet kunnen. Wel, ik dus ook niet.
Het ergste vind ik dat het ‘gewone’ leven van thuis voor mij alleen maar meer ballast werd. Het stond in de weg van wat ik allemaal nog wilde of vooral ‘moest’ doen. Zoals poetsen of koken tijdens de week; hatelijk. Ik heb eindelijk weekend of ik ben al zo moe en dan moet ik dat ook nog doen. Die voetbal in het weekend, verschrikkelijk, want ik wil nog aan iets verder werken of iets anders moet ook nog gebeuren. Alle dingen thuis werden ‘opdrachten’.
Heel mijn leven is één lange TO DO lijst geworden, eentje die alleen maar langer werd... Ook de plezante dingen zijn een af te vinken activiteit geworden, waardoor ik er niet meer ten volle van geniet, maar vooral al bezig ben met het volgende dat nog moet gebeuren. Ja, ik ben ALTIJD bezig en vind NOOIT rust. Let op het woordgebruik :-)
Het neemt zo’n proporties aan dat ik me erdoor overspoeld voel, als door een tsunami. Dat er nog bij, en dat nog en dat nog en dat nog. Of het is net alsof ik in een web zit, waarin ik maar verder blijf spinnen tot ik helemaal verstrikt zit. En dat al vooraleer ik 1 voet uit bed heb gezet.
Ik kan goed dingen doen én denken, maar niet zo goed gewoon ‘zijn’. Al jaren vroeg ik een STOP-knop voor kerst en ik jawel, heb hem (symbolisch) gekregen van mijn partner. Jammer genoeg heb ik de knop nooit aan de praat gekregen. Integendeel; het werd steeds erger en erger. Want dat is wel het lastige aan knoppen; je moet ze zelf bedienen...
Vorige week zei mijn partner nog: ik heb je al jaren niet meer volledig zien ontspannen. En hij had een punt...
Probleem is: ik kan niet stoppen, maar ik kan zo ook niet verder. Het gaat me niet meer af, het wordt te veel. Zelfs de eenvoudigste dingen die niks voorstellen, zijn er te veel aan en verkl*** mijn dag nog voor hij begonnen is (in mijn hoofd althans).En wat als ik dat nooit meer ga “aankunnen”?! Want ik voel me ook enorm falen en geraak nog meer in paniek nu ik merk dat het niet direct lukt om hierin te verbeteren.
Ik leef al jaren met allerlei angsten. Van iets wat schrik hebben, is niet zo gek. Dus mijn angst voor honden (al van kleins af) heb ik nooit als een probleem op zich ervaren. Vliegangst is er ook zo eentje. Maar mijn angsten werden steeds groter en talrijker. Het vermijdingsgedrag dat hiermee gepaard ging zorgde voor een mindere kwaliteit van leven, hoe dan ook. Angst voor honden waardoor ik schrik heb om te gaan wandelen, angst in een vliegtuig en bij uitbreiding in alles waar ik geen controle heb: trein, boot, als passagier in de auto. Reistochten worden helse ondernemingen (zowel voor mezelf als mijn omgeving). Angst voor het rijden op autostrades bij hevige regen. Angst om te stikken (ik heb nooit pillen kunnen slikken, behalve dé pil. Gelukkig is die piepklein :-)), waardoor ik al lang geen vis eet (graten, je weet wel)(ah en ook geen gerookte zalm of vissticks, je weet maar nooit), maar tegenwoordig ook moeite heb met kip, ribbekes, konijn, kwartel... kortom, alles met botjes. Als ik al denk dat ik per ongeluk iets inslik omdat er iets in mijn glas zat dat ik niet heb gezien; rampzalig. Er moest maar eens iets in mijn keel blijven zitten. De zomer van vorig jaar was een hel; als ik nog maar dacht een wesp te zien werd ik al hysterisch bij de gedachte aan een mogelijke allergische reactie tgv een wespensteek (want daar kan je ook van stikken).
Toen ben ik hulp gaan zoeken bij de psycholoog. Het eerste wat ze me wilde leren, was ‘rust inbouwen’: pauzes inlassen, hier & nu zijn ... het is me niet gelukt.
Naast de angsten die ik hierboven vermeld, is er ook angst om mezelf belachelijk te maken, om niet intelligent over te komen, om wat anderen zouden denken ... Vermoeiend. Op zich ook niet zo abnormaal; de meeste mensen hebben dat wel in meerdere of mindere mate. Al die angsten samen vormen echter een giftige cocktail, waardoor ik constant ‘op mijn hoede’ ben. Vermoeiend...
Mijn werk is doorheen de jaren een steeds grotere plaats gaan innemen in mijn leven. Eigenlijk ziekelijk bijna als ik het nu beschouw. Thuiskomen en al direct terug die mailbox openen en verder doen. De mensen thuis vormden op den duur een obstakel om mij met mijn werk te kunnen bezig houden. Sttt, mama is aan het werken. Nu niet, mama is bezig. Kan dat stiller, ik kan me zo niet concentreren. En ik zat bijvoorbeeld wel mee te eten aan tafel, maar ik was er niet echt met mijn aandacht bij. Toch niet bij het eten en de mensen rondom mij. ’s Morgens direct de PC op of vanalles noteren om zeker niet te vergeten. Mama, jij bent altijd zo gestresst...
Werk is het 1ste waaraan ik denk als ik wakker word en laatste als ik in slaap val. Eender wat ik doe, ik leg de link met mijn werk. Het stop nooit. In mijn hoofd werk ik 24u per dag.
En doe ik mijn werk eigenlijk graag? Ik heb af en toe mijn ‘kassamomentjes’ gekend, waarop ik dacht: ik stop ermee en ga iets anders doen dat mentaal minder vergt. Maar tegelijk besef je dan: het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan; dat is niets voor mij. Of troost je jezelf met de gedachte dat het gras niet per sé groener is aan de overkant. Daarnaast heb ik ook ‘mijn grote droom’; mijn echte droomjob. In feite 2 dromen, los van het werk dat ik nu doe. En neen, daar ben ik tot nu toe ook nooit voor durven gaan, want eerlijk is eerlijk, het inkomen dat ik nu heb is wel een zekerheid en dromen kunnen ook nachtmerries worden... De gouden kooi zeg maar.
Dus neen, ik doe bijlange niet alles van mijn werk graag; dat is ook normaal. Maar ik ben er wel in geslaagd om steeds meer dingen te kunnen doen die in mijn interessesfeer liggen. Probleem is dat die dingen er steeds extra bij kwamen en dat de rest ook nog bleef bestaan. En gelukkig kan ik best veel werk verzetten op korte tijd, maar dan nog blijft dat niet houdbaar. Dus die emmer is gaandeweg steeds verder gevuld. Recenter zijn er dan een paar dikke druppels geweest die de overvolle emmer helemaal deden overlopen. Bovendien is de context waarbinnen ik werk zo aan het evolueren dat mijn energie ervan weglekt. Ik heb het gevoel dat ik de hele tijd moet vechten. Zowel voor als tegen vanalles. Ook dat hou je niet vol. En dat brengt momenteel ook nog heel wat onzekerheid met zich mee. En ja, ik weet het wel (want dat zeg ik aan alle medewerkers ): de enige zekerheid die je vandaag de dag hebt, is de onzekerheid. Dus daar moet je mee leren omgaan...
Over mijn gedachten en overtuigingen kan ik veel zeggen. Het komt er vooral op neer dat ze mij niet helpen... Ik wil dat mensen vinden dat ze echt op mij kunnen rekenen. Ik moet sterk zijn. Ik moet daar boven staan. Ik wil niemand in de steek laten. Ik moet dat kunnen; anderen kunnen dat toch ook. Iedereen kan dat. Doe niet zo flauw. Goed is niet goed genoeg. Ik moet mijn tijd zinvol besteden en bezig zijn want er moet nog vanalles gebeuren. Ik wil dat niemand ‘last’ heeft van mij. En dat gaat zo maar door en door en door.
En ja, ik weet het, ik kan mijn niet-helpende gedachten vervangen door helpende. Simpel hé. Maar in praktijk dus niet zo simpel. Ik kan dat rationeel wel, maar ik voel het niet. Bovendien blijkt mijn gebrek aan zelfvertrouwen dieper te zitten dan ik besefte. Ik ken mijn sterke kanten wel, maar ik geloof ze zelf niet. Raar maar waar. Anderen trouwens wel. Waardering en complimenten krijg ik best veel, wat op zich best straf is in een leidinggevende functie. Maar zelf vind ik het allemaal maar normaal en minimaliseer ik mijn verdienste.
Ik word gek van te veel lawaai (en voor mij is het al snel te veel), geluid dat van verschillende kanten komt, te veel drukte... Is natuurlijk ook een lastig gegeven met 2 jongens in huis.
Ik ontdek ook meer en meer dat ik eigenlijk heel graag alleen ben. Eigenlijk zowel thuis als op het werk. Pas op, ik kom graag ‘onder de mensen’ zoals ze dat dan zeggen, maar niet onder te veel mensen tegelijk en zeker ook niet in een te drukke of te lawaaierige omgeving. En, o ja, dat hoeft ook niet te lang te duren.
Dat heb ik nooit zo beseft. Wel merk ik dat ik steeds minder ‘storingen’ van anderen ‘verdraag’.
Ik heb altijd gedacht dat je een passie moet hebben en daar ook volledig voor moet gaan. En inderdaad, het is belangrijk om iets te kunnen doen wat jouw motor draaiende houdt. Toch bekijk ik het intussen wat genuanceerder. Wat heb je aan je passie najagen zodat het bijna een obsessie wordt en dan intussen thuis de passie uitdooft? Niks dus, wel integendeel. Ook hier geldt het cliché dat ‘té’ nooit goed is (en hier mag je wel het woord ‘nooit’ gebruiken :-)), Natuurlijk, hou het vuur wel voldoende branden, maar waak erover dat het jou niet opbrandt en verteert. Een moeilijk evenwicht en tegelijk een valkuil waar ik snel in trap.
You only live once. Dat is absoluut waar. Genieten is super belangrijk, zo lang dat genieten geen kwestie van ‘moeten’ wordt. Alles moet tof, speciaal of plezant zijn. Wij worden niet voor niets ‘de pretparkgeneratie’ genoemd. Want ja, het leven is meer dan enkel genieten, ook pijn en verdriet hoort bij dat ene leven. Dus stop het niet weg, ga niet enkel op zoek naar joy, happiness en kicks. Je leven voluit leven betekent dat je durft ZIJN, volledig, met de ups én de downs die daar bij horen. Shakespeare is nog altijd erg actueel: to be or not to be, that is the question...
De maanden die volgden ben ik niet in een hoekje gekropen (ook wel, moet ik er eerlijk bij vertellen), maar ben ik vooral aan de slag gegaan. Met dank aan mijn huisarts en mijn psychotherapeute, de juiste vrouwen op het juiste moment voor mij. Met dank aan mijn man, kinderen en mijn ruimere omgeving, die achter me zijn blijven staan en me de tijd en ruimte gegund hebben die ik nodig had. En ja, ere wie ere toekomt, met dank aan mezelf : omdat ik niet bij de pakken ben blijven zitten en het heft in eigen handen heb genomen. Want het allemaal goed WETEN is 1 ding, het DOEN is een ander paar mouwen, elke dag opnieuw...
Wie had nu schuld?! Dat is eigenlijk een zinloze vraag. Zoals je in mijn verhaal ook merkt, het is een combinatie van allerlei factoren. Het ligt voor een stuk aan het werk, voor een stuk aan je omgeving en wat je meemaakt, voor een stuk aan ‘de aard van het beestje’ en aan je eigen veerkracht: hoe sta je in het leven, hoe bekijk je de dingen, hoe ga je om met je tijd en energie, met je lichaam en je gezondheid enz. En dat is je eigen verantwoordelijkheid.
Ben ik nu volledig ‘genezen’?! Neen, dat niet. Het lukt niet elke dag zoals dat zou ‘moeten’. En weet je, dat vind ik nu OK! Want nu besef ik pas ik dat veerkracht iets is dat je zelf traint, elke dag opnieuw. Ik heb geleerd dat ik volop voor mijn passie mag gaan én tegelijk mijn grenzen mag aangeven. Ik vind nu oprecht dat ik de moeite waard ben en voor mijn eigen keuzes mag gaan. En o zo belangrijk: ik mag en kan elke dag de draad terug oppikken. Ik heb mezelf ge-reSet.
Ik gun jou hetzelfde! Kijk op mijn website, ontdek wat ik voor jou kan betekenen en maak die keuze om zelf ook te reSetten!
Ik ben Sofie en heb wel eens last van het supervrouwsyndroom
Het is niet omdat het kan, dat het moet! Bepaal zelf wat jouw tijd en energie waard is.
Wens je meer informatie over de mogelijkheden met reSet? Aarzel dan niet om mij te contacteren voor een vrijblijvende afspraak.
Sofie Damen
+32 (0)479 50 75 36
info@resetcoaching.be